Verzoek om inlichtingen toezichthouder

Een toezichthouder kan bij een ieder inlichtingen vorderen (art. 5:16 Awb). Bij twijfel over de consequenties hiervan is het zinvol een advocaat bestuursrecht om advies te vragen. Verstrekte inlichtingen kunnen door de toezichthouder ook gebruikt worden tegen het bedrijf zelf. Indien het verzoek om inlichtingen onevenredig is kan het in strijd zijn met het evenredigheidsbeginsel. Zodra het risico er is dat een bedrijf via een verzoek tot inlichtingen van de inspectie zelf in het verdachtenbankje komt dan hoeft het bedrijf daar niet aan mee te werken (het nemo-tenetur beginsel). Het verzoek om inlichtingen van de toezichthouder is geen besluit waar bezwaar tegen aangetekend kan worden. In een civiele rechtszaak kan wel de rechtmatigheid van het verzoek om inlichtingen van een inspectie getoetst worden.

Hoe moeten inlichtingen aan inspectie verstrekt worden?

Met de inlichtingenvordering uit art. 5.16 Awb kunnen ook kopieën van stukken en bescheiden worden gevorderd en niet slechts inlichtingen in mondelinge of schriftelijke vorm. Degene aan wie inlichtingen worden verzocht kan niet volstaan met een aanbod tot inzage van gegevens. De toezichthouder komt dus de bevoegdheid toe kopieën van bepaalde gegeven te vorderen, mits het niet onredelijk en onevenredig is. Het verzoek van de toezichthouder om inlichtingen dient daarom gemotiveerd te zijn en de grondslag voor het verzoek om inlichtingen dient vermeld te worden. Artikel 5:16 Awb bevat geen beperkingen in de wijze waarop inlichtingen worden gevorderd, zodat ook kopieën van zakelijke gegevens en bescheiden opgevraagd mogen worden. Een redelijke wetsuitleg brengt mee, dat het verstrekken van inlichtingen niet alleen kan bestaan uit het naar waarheid mondeling of schriftelijk antwoorden, maar ook uit het verstrekken van zakelijke gegevens en bescheiden.

Beroep op geheimhoudingsplicht bij verzoek toezichthouder

Degene die ambtshalve een geheimhoudingsplicht heeft kan zich daarop beroepen jegens de toezichthouder (art. 5:20 lid 1 Awb). Alleen de rechter kan bevelen dat ondanks en wettelijk beroepsgeheim inlichtingen verstrekt worden. Een contractueel bedongen geheimhoudingsverplichting staat niet in de weg aan de uitoefening van de wettelijke bevoegdheden die uit de artikelen 5:16 en 5:20 Awb voortvloeien. Er zal niet snel sprake zijn van inbreuk op privacywetgeving indien voldaan wordt aan een verzoek van een inspectie of toezichthouder. Art. 5:20 Awb bepaalt immers dat sprake is van een wettelijk plicht tot medewerking aan het verzoek van de inspectie. Daarmee wordt het voldoen aan het verzoek tot inlichtingen van de inspectie een voldoen aan een wettelijke verplichting die geen inbreuk van privacywetgeving oplevert.

Vragen?

Op zoek naar professionele ondersteuning bij alle vragen op het gebied van bestuursrecht? Neem dan gerust hier contact op met het bestuursrecht team van Blenheim.

Leg ons uw juridische uitdaging voor en wij nemen zo snel mogelijk contact met u op!

Laat uw mail of telefoonnummer achter en een van onze specialisten neemt zo snel mogelijk contact met u op.