Wijziging bestemming in bestemmingsplan

Een omgevingsvergunning (vroeger bouwvergunning) kan geweigerd worden als het bouwplan in strijd is met de bestemming in het bestemmingsplan. Een bestemmingsplanprocedure is complex. Er zijn diverse wettelijk regelingen van toepassing bij wijziging van de bestemming. Een bestuursrecht advocaat kan hierbij adviseren. Een afwijking of wijziging van de bestemming is nodig om de omgevingsvergunning ook vergund te krijgen. In het algemeen zijn er drie mogelijkheden voor het afwijken van de bestemming in het bestemmingsplan

  • Binnenplanse afwijking van bestemming;
  • Kruimelgevallenregeling;
  • Buitenplanse afwijking van bestemming.

Wijziging bestemming via vrijstellingsbepaling in bestemmingsplan

De gemeente kan in afwijking van een verbod (bijvoorbeeld voor nieuwe detailhandel) op grond van een vrijstellingsbepaling in het bestemmingsplanregels een omgevingsvergunning verlenen voor een nieuwe detailhandelsvestiging. Mits aan alle randvoorwaarden in het bestemmingsplan is voldaan, bijvoorbeeld, een bepaalde bruto vloeroppervlakte, en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet in onevenredige mate worden aangetast. Dit betekent dat het bestuursorgaan een omgevingsvergunning voor de bouwaanvraag kan verlenen voor een afwijkende bestemming (bijvoorbeeld detailhandel in een ruimte met bestemming kantoor) indien aan de voornoemde voorwaarden daarvoor in het bestemmingsplan is voldaan. Voor aanvragen van een omgevingsvergunning voor binnenplans afwijken geldt in beginsel de reguliere procedure (8 weken).

Afwijken van bestemming via kruimelgevallenregeling

Ook bestaat de mogelijkheid om op basis van de kruimelgevallenregeling af te wijken van het bestemmingsplan. Voordeel van deze kruimelgevallenregeling is dat er geen beperking geldt die mogelijk wel in het bestemmingsplan zelf staat, bijvoorbeeld een beperking in de vloeroppervlakte voor de nieuwe bestemming. Het wettelijk kader van deze kruimelgevallenregeling: op grond van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2 van de Wabo en artikel 4, aanhef en onder 9 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor). Op grond van deze regeling kan voor verlening van een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, Wabo van het bestemmingsplan worden afgeweken, bijvoorbeeld bij het gebruiken van bouwwerken, eventueel in samenhang met bouwactiviteiten die de bebouwde oppervlakte of het bouwvolume niet vergroten en het gebruiken van bij die bouwwerken aansluitend terrein, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, het uitsluitend betreft een logiesfunctie voor werknemers.

Bedrijfsruimte gebruiken voor detailhandel

Artikel 4 lid 9 bijlage II Besluit omgevingsrecht (Bor) bidt bijvoorbeeld de mogelijkheid een omvangrijke bedrijfshal te gebruiken als winkel (detailhandel) inclusief parkeerterrein (of bijvoorbeeld kantoorpand te wijzigen in woning, of omzetting van winkel naar bedrijfspand), zonder dat een goede ruimtelijke onderbouwing gegeven dient te worden en zonder verantwoording aan de ladder voor duurzame verstedelijking. Aan het artikel zijn slechts twee voorwaarden verbonden:

  1. Het pand moet binnen de bebouwde kom liggen;
  2. De verbouwingen moeten in het gebouw zelf plaatsvinden. Door de verbouwingen mag het bebouwde oppervlakte of het bouwvolume van het pand niet vergroten.

Beleidsregels gemeente voor afwijking bestemming

Een gemeente kan beleidsregels hebben voor de invulling van de kruimelgevallenregeling uit het Bor. Als die er niet zijn dan betekent dit dat het Bor het uitgangspunt is bij beoordeling of een omgevingsvergunning kan worden verleend. Dit is complexe juridische materie waar bijstand van een advocaat zinvol is. Stel hierover gerust een vraag aan een bestuursrecht advocaat van Blenheim. Voor aanvragen van een omgevingsvergunning op basis van de kruimelgevallenregeling geldt in beginsel de reguliere procedure (8 weken).

Wijziging bestemming door buitenplans afwijken

Met de omgevingsvergunning buitenplanse afwijking (art. 2.12 lid 1, sub a onder 3o Wabo) kan worden afgeweken van het bestemmingsplan. De aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het buitenplans afwijken van het bestemmingsplan wordt getoetst aan:

  • een goede ruimtelijke ordening / zorgvuldige belangenafweging (Awb);
  • verplichtingen (milieu)wetgeving;
  • verklaring van geen bedenkingen gemeenteraad.
  • Voor het verlenen van deze omgevingsvergunning dient de uitgebreide procedure te worden doorlopen (26 weken). U dient een ruimtelijke onderbouwing van uw plan en de bestemmingswijziging aan te leveren. Bij voorkeur dient dat in een rapport van een deskundig bureau te gebeuren waarin ook wordt gemotiveerd waarom de wijziging van de bestemming leidt tot goede ruimtelijke ordening.

Vragen?

Op zoek naar professionele ondersteuning bij alle vragen op het gebied van bestuursrecht? Neem dan gerust hier contact op met het bestuursrecht team van Blenheim.

Leg ons uw juridische uitdaging voor en wij nemen zo snel mogelijk contact met u op!

Laat uw mail of telefoonnummer achter en een van onze specialisten neemt zo snel mogelijk contact met u op.