Enquêteprocedure

Binnen een vennootschap (BV of NV) kunnen conflicten van diverse aard ontstaan.
Om te voorkomen dat een vennootschap in een situatie terechtkomt die het functioneren of zelfs het voortbestaan van de met de vennootschap verbonden onderneming bedreigen, kent de Nederlandse wetgeving het enquêterecht.

Het enquêterecht

Het enquêterecht richt zich op de verhouding tussen aandeelhouders, bestuur en/of de raad van commissarissen.
De enquêteprocedure biedt de mogelijkheid om, indien er gegronde reden aanwezig zijn, vast te laten stellen of er sprake is van wanbeleid binnen de vennootschap.

Bevoegdheid om een enquêteprocedure aan te vragen

Bevoegd om een enquêteprocedure aan te vragen zijn:

  • houders van aandelen of certificaten van aandelen, die samen tenminste 10% van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen
  • de rechthebbende van aandelen of certificaten ter waarde van EUR 227.273,–
  • degene die op grond van de statuten of bij overeenkomst met de vennootschap hiertoe bevoegd is
  • de Advocaat-Generaal bij het Gerechtshof te Amsterdam, om redenen van openbaar belang.

Vóór het enquêteverzoek; bezwaren kenbaar maken

Voordat een verzoek tot enquête ontvankelijk kan worden verklaard, dienen de bestaande bezwaren eerst schriftelijk kenbaar te worden gemaakt aan het bestuur (en eventueel de raad van commissarissen).

Na het kenbaar maken van de bezwaren, moet de vennootschap een redelijke termijn worden geboden om de gelegenheid te hebben de bezwaren te onderzoeken en naar aanleiding daarvan maatregelen te nemen. Indien niet, of onvoldoende, aan de bezwaren tegemoet wordt gekomen, kan het verzoekschrift bij de Ondernemingskamer worden ingediend.

Het verloop van de enquêteprocedure

De Ondernemingskamer biedt, na ontvangst van het verzoekschrift in de enquêteprocedure, de vennootschap en/of de aandeelhouders de mogelijkheid te reageren op het verzoekschrift met een verweerschrift.

Na ontvangst van een eventuele verweerschrift, wordt een datum voor de mondelinge behandeling van het enquêteverzoek vastgesteld. Tijdens voornoemde mondelinge behandeling kunnen partijen hun standpunten toelichten. Na de mondelinge behandeling bepaalt de Ondernemingskamer of er gegronde redenen aanwezig zijn, om aan een juist beleid binnen de vennootschap te twijfelen.

De beslissing van de Ondernemingskamer

Bij toewijzing van de bezwaren worden een of meer enquêteurs benoemd. Zij stellen een onderzoek in naar het beleid en de gang van zaken binnen de vennootschap. Dit onderzoek kan zowel qua omvang, als qua tijdsspanne, beperkt worden. De enquêteurs zijn tot geheimhouding verplicht en kunnen de Ondernemingskamer verzoeken getuigen te horen. De vennootschap draagt de kosten van het onderzoek. De Ondernemingskamer kan gedurende het onderzoek onmiddellijke voorziening treffen voor ten hoogste de duur van het geding.

Verdere informatie door een advocaat over corporate litigation

Voor verdere informatie over corporate litigation (waaronder aandeelhoudersgeschillen) kunt u vrijblijvend contact opnemen met:

Vragen?

Op zoek naar professionele ondersteuning bij alle vragen op het gebied van corporate litigation? Neem dan gerust hier contact op met het corporate litigation team van Blenheim.

Jeroen Latour

Leg ons uw juridische uitdaging voor en wij nemen zo snel mogelijk contact met u op!

Laat uw mail of telefoonnummer achter en een van onze specialisten neemt zo snel mogelijk contact met u op.