Schadevergoeding bij onrechtmatig beslag

Indien een beslaglegger onterecht beslag legt, wordt dat gezien als misbruik van bevoegdheid. Misbruik van bevoegdheid is in dit verband ook een onrechtmatige daad die tot schadevergoeding van de beslaglegger verplicht. In de rechtspraak wordt steeds meer nadruk gelegd op het misbruik van beslagrecht. In het arrest van 24 november 1995 (Tromp/Regency) heeft de Hoge Raad uitgemaakt dat de vraag of het leggen van beslag onrechtmatig is, dient te worden beantwoord aan de hand van de concrete omstandigheden van het geval ten tijde van de beslaglegging, waaronder:

  • de hoogte van de te verhalen vordering
  • de waarde van de beslagen goederen, en
  • de eventueel evenredige zware wijze waarop de schuldenaar door het beslag op een van die goederen in zijn belangen wordt getroffen.
  • Indien een beslag onrechtmatig is, en dus gelegd is met misbruik van bevoegdheid, zal de voorzieningenrechter in kort geding staking van een eventuele executie en opheffing van het beslag kunnen bevelen.

Misbruik bij beslag en executie van onroerend goed

Bij executieverkoop van onroerend goed dient de executant (de beslaglegger) wel belang te hebben; de te verwachten hoogte van de executieopbrengst dient in een redelijke relatie te staan tot de hoogte van de vordering van een hypotheekhouder. In veel rechtspraak wordt de gedachte verworpen dat een executieverkoop van onroerend goed als pressiemiddel om tot betaling te dwingen indien geen redelijke verwachting bestaat dat die pressie als gevolg van beslag een financieel resultaat oplevert voor de beslaglegger. Beslag en executieverkoop kan onder die omstandigheid misbruik van bevoegdheid zijn.

Een rechter in kort geding zal zich in het algemeen terughoudend dienen op te stellen bij de beoordeling van een vordering tot opheffing van een beslag op een verhypothekeerd onroerend goed, omdat in een kort geding vaak niet kan worden beoordeeld hoe groot de kans is dat het onroerend goed nog in waarde kan stijgen en er in de toekomst alsnog een overwaarde zou kunnen ontstaan die aan de beslaglegger toe valt.

Voor opheffing van een een beslag op onroerend goed moet het voor de voorzieningenrechter in kort geding evident zijn dat de beslaglegger nooit enige opbrengst bij de executoriale verkoop zal kunnen ontvangen. Bij deze summierlijke beoordeling zullen eventuele taxatierapporten in aanmerking genomen kunnen worden. De praktijk leert echter dat procespartijen zich beroepen op tegenstrijdige taxatierapporten waar de rechter in kort geding moeilijk mee uit de voeten kan.

Aansprakelijkheid indien beslag gelegd is voor een te hoog bedrag

Volgens de Hoge Raad rust op de beslaglegger een risico aansprakelijkheid voor de gevolgen van het door hem gelegde beslag indien de vordering waarvoor beslag is gelegd geheel ongegrond is. Indien de vordering waarvoor beslag gelegd is slechts gedeeltelijk wordt toegewezen, betekent dit niet dat het beslag ook ten onrechte is gelegd. De vraag of een beslaglegger aansprakelijk is voor de gevolgen van een beslag dat gelegd is voor een te hoog bedrag, of dat lichtvaardig is gelegd of onnodig is gehandhaafd, moet worden beantwoord aan de hand van de criteria die gelden voor de beoordeling van een misbruik van recht.

In de praktijk wordt vaak een hoger bedrag door een conservatoir beslag geblokkeerd dan de vordering die rechterlijk is begroot. De rechterlijke begroting van het bedrag waarvoor beslag wordt toegestaan, dient er slechts toe om de beslagdebiteur in staat te stellen om door betaling van dit bedrag of door zekerheidsstelling ter hoogte van dit bedrag, het beslag op te heffen. Sommige schrijvers menen dat aansprakelijkheid voor niet geheel toegewezen vorderingen niet snel zal worden aangenomen.

Misbruik van eigen beslag – beslag onder zichzelf ter voorkoming van executie

Een schuldeiser kan onder zichzelf beslag leggen (eigen beslag) op vorderingen die een schuldenaar op hem heeft. Dit beslag wordt meestal pas gegeven nadat partijen zijn verhoord door de rechter. Onder bepaalde omstandigheden kan de rechter afzien van het houden van een verhoor van partijen. De rechter zal het beslag slechts toestaan indien het hem duidelijk is dat met het eigen beslag niet wordt beoogd om onder een veroordelend vonnis dat de beslag debiteur heeft verkregen op de beslaglegger, uit de te komen.

De Hoge Raad heeft in 2009 uitgemaakt dat een beslag ter verzekering van het verhaal van een vordering mogelijk is op een rechterlijk toegewezen vordering van de schuldenaar (tegen de beslaglegger), en dat slechts onder bijzondere omstandigheden het leggen van een dergelijk beslag misbruik van recht zal opleveren.

Beslagleggen en vervolgens traag procederen

Onder bepaalde omstandigheden kan het onrechtmatig zijn indien een beslaglegger traag voort procedeert en het beslag onnodig lang laat duren. Dat geldt met name wanneer een procedure door toedoen van een beslaglegger ambtshalve wordt geroyeerd. Het handhaven van een conservatoir beslag tot in lengte van dagen, zonder dat de terechtheid van dat beslag rechterlijk getoetst wordt op rechtmatigheid en gegrondheid, past niet in het systeem van het beslagrecht. Op grond van deze overweging zal een kort geding rechter tot opheffing van zo’n beslag kunnen overgaan.

Vragen?

Op zoek naar professionele ondersteuning bij alle vragen op het gebied van procesrecht? Neem dan gerust hier contact op met het procesrecht team van Blenheim.

Leg ons uw juridische uitdaging voor en wij nemen zo snel mogelijk contact met u op!

Laat uw mail of telefoonnummer achter en een van onze specialisten neemt zo snel mogelijk contact met u op.