Crediteurenakkoord
Voor bedrijven die in financieel noodweer verkeren kan het gebruik van een crediteurenakkoord uitkomst bieden. Het doel is schuldeiser(s) een overeenkomst aan te bieden om een percentage van de schuldvordering te betalen in ruil voor finale kwijting.
Hoewel dit in beginsel nadelig lijkt te zijn voor de schuldeiser(s), kan door voorkoming van faillissement uiteindelijk toch bereikt worden dat een hoger percentage van de vordering wordt terugbetaald.
Het is dan aan de schuldenaar om de schuldeiser ertoe te bewegen akkoord te gaan met de overeenkomst door hem een aantrekkelijk aanbod te doen. Gezien het crediteurenakkoord naar zijn inhoud vormvrij is, kunnen ook aandelen aangeboden worden om de vordering te kwijten.
Daarbij is kostenbesparing door het afzien van een incassoprocedure of het treffen van een betalingsregeling beweegredenen voor de schuldeiser de overeenkomst te accepteren. Een eventueel failliet kan hiermee voorkomen worden.
Het binnen gerechtelijk faillissementsakkoord
Wordt dit akkoord zonder tussenkomst van de rechter getroffen, dan wordt dit een buitengerechtelijk akkoord genoemd. Wordt de overeenkomst echter aangeboden als sprake is van een:
- surseance van betaling;
- een wettelijke schuldsanering of;
- een faillissement,
dan is wordt het een gerechtelijk akkoord genoemd.
Stemt de helft van de schuldeisers, die tezamen de helft van de uitstaande schulden vertegenwoordigen, in met het akkoord bij de verificatievergadering, dan wordt het akkoord na bekrachtiging door de rechter bindend voor alle schuldeisers.
Deze bekrachtiging door de rechter wordt homologatie genoemd. Zie hiervoor verder ‘het faillissementsakkoord’.
Buitengerechtelijk crediteurenakkoord
De schuldeisers zijn bij het buitengerechtelijk crediteurenakkoord niet gehouden het aanbod te accepteren. Ze behouden het recht de vordering volledig op te eisen.
Dit kan erin resulteren dat schuldeisers die het aanbod niet accepteren een voordelige positie verkrijgen in vergelijking tot de schuldeisers die het aanbod wel accepteren.
Het is daarom noodzakelijk het aanbod op een voor ieder van de partijen meest voordelige wijze aan te bieden. Ook is het hierdoor van groot belang dat de crediteur voldoende informatie bezit de overeenkomst op een gedegen wijze te beoordelen.
Vragen die hiervoor relevant zijn, zijn de volgende:
- Waaruit bestaan de schulden?
- Wat zijn de financiële vooruitzichten van de schuldenaar?
- Kan de schuldenaar zelf wel voldoen aan de in de overeenkomst neergelegde verplichtingen?
- Of financiert een derde partij de schulden?
Kortom: een goed met informatie omkleed crediteurenakkoord kan het bedrijf redden van faillissement.
Ook de Belastingdienst en UWV zijn vaak bereid mee te werken met het crediteurenakkoord. Gezien dit preferente schuldeisers zijn, stellen ze hier wel tegenover dat ze het dubbele percentage van de vordering ten opzichte van de concurrent schuldeisers vergoed willen zien. Dit is mede opgenomen in de richtlijnen die hieromtrent zijn opgenomen in de leidraad invordering.