Doorstart na faillissement

Wanneer een bedrijf dreigt te failleren, kan de keuze gemaakt worden om een doorstart te maken. Nadat het bedrijf failliet is verklaard, wordt aan de door de rechtbank aangestelde curator een aanbod gedaan de activa – het hart van het bedrijf – te kopen alvorens de curator de boedel gaat liquideren onder de schuldeisers. Deze transactie wordt ook wel een activa-passiva deal genoemd.

Activa en goodwill bij doorstart

Voor een succesvolle doorstart is het van belang de beschikking over de goodwill – het klantenbestand, intellectuele eigendomsrechten of niet uitgevoerde opdrachten – te verkrijgen.

Deze activa, net zoals de inventaris en voorraden, zijn noodzakelijk om succesvol onder de nieuwe rechtspersoon door te gaan.

Gezien de curator gebaat is de boedel op een zo voor de curator meest gunstige wijze te verkopen, zal hij bij een goed voorstel sneller geneigd zijn het bod op de activa te accepteren. Een gebundelde verkoop van alle onderdelen van de onderneming, inclusief de goodwill, levert doorgaans namelijk meer op dan de losse verkoop hiervan.

Te meer omdat de goodwill het enige actief is dat, indien er geen interesse in is, niet door de curator zonder de activa verzilverd kan worden. Het doel van een doorstart is voornoemde activa via een activa-passiva koopovereenkomst uit het bedrijf te kopen en het vervolgens onder te brengen in de nieuwe rechtspersoon.

Het voordeel is dat hiermee de schulden (lees: passiva) bij de gefailleerde onderneming blijven, terwijl de schuldeisers in beginsel niet de schuld kunnen verhalen op de overgehevelde activa in de nieuwe rechtspersoon.

Het doorstartplan

Wanneer het bedrijf voornemens is een doorstart te maken zal gebruik gemaakt kunnen worden gemaakt van een vooraf opgesteld doorstartplan. In dit ‘doorstartplan’ is een met reden omkleed bod opgenomen die ziet op de benodigde activa die nodig zijn voor de bedrijfsvoering van de nieuwe rechtspersoon.

Mogelijk steunt het bod op een taxatierapport van de notaris of een door de accountant opgestelde bedrijfswaardering, maar dit kan gezien de geringe waarde van het bedrijf achterwege gelaten worden.

Het is van belang dat deze transactie snel plaatsvindt en vóór de doorstart in de steigers wordt gezet. Zowel klanten als leveranciers zijn gebaat duidelijkheid te hebben over de nieuwe bedrijfsvoering. Door vroegtijdig met een sterk onderbouwd bod naar de curator te stappen kan de toekomstige bedrijfsvoering zekerder tot stand komen.

De ‘pre-pack’ en stille bewindvoerder

De doorstart kan nog sneller gerealiseerd worden door het opstellen van een ‘pre-pack’ middels een stille bewindvoerder.

Nog voordat het bedrijf failliet is verklaard wordt onderzocht of een mogelijke doorstart succesvol kan zijn. Wordt uiteindelijk het faillissement uitgesproken, dan kan het bedrijf snel met de curator, die voorheen als stille bewindvoerder was aangesteld, schakelen en het doorstartplan via de ‘pre-pack’ uitrollen.

Dit is echter niet zonder risico’s.

Waar normaliter de meeste rechten en verplichtingen van werknemers niet mee overgaan op de nieuwe onderneming, geldt dit sinds de Smallsteps-uitspraak van de Hoge Raad niet wanneer het faillissement vóór de doorstart is geregeld.

Hierdoor kan je als doorstarter vastzitten aan de arbeidscontracten van het voltallig personeel onder de nieuwe rechtspersoon.

Ook dien je beducht te zijn op de mogelijk hoge kosten voor het instellen van een stille bewindvoerder die bij voorschot betaald dient te worden. Het komt in de praktijk dan ook niet zo vaak voor dat kleine ondernemingen gebruik maken van de stille bewindvoerder.

Overname contracten

Waar het risico van een ‘pre-pack’ schuilt in het overnemen van het voltallige personeel, brengt sanering middels een doorstart na faillissement juist het voordeel met zich mee dat niet het voltallige personeel overgenomen hoeft te worden. Alleen die waarvoor in de nieuwe onderneming plek is kunnen een arbeidsovereenkomst worden aangeboden.

Anders dan normaal het geval is bij een overgang van onderneming, zijn de wettelijke bepalingen die zien op de rechten en verplichtingen van het personeel niet van toepassing in een faillissementssituatie.

Hetzelfde geldt voor andere contracten, zoals die met leveranciers. Ook deze gaan niet automatisch over op de nieuwe verkrijger. Zo kan de verkrijger middels ‘cherry picking’ bepalen welke contracten mee worden overgenomen.

Het is dan van belang nauwgezet de gevolgen van de overname in het vizier te hebben, nu ook alle verplichtingen en rechten, waaronder schulden, mee worden genomen naar de nieuwe contractspartij.

Advocaat faillissementsrecht van Blenheim

Nu het realiseren van een doorstart vrij complex is, is het verstandig vroegtijdig advies in te winnen over mogelijkheden de doorstart succesvol door te voeren. Neem daarom vroegtijdig een insolventierecht advocaat in de arm die u kan begeleiden bij en van advisering kan voorzien van het doorstart proces. Onze advocaten hebben ervaring opgedaan door te adviseren over de grootste en meest bekende faillissementen. Daardoor kunnen zij snel schakelen en u of uw bedrijf op efficiënte wijze adviseren.