6 december 2021

Vergaande vrijheid van meningsuiting voor politici, ook buiten het parlementaire debat

Categorie: Procesrecht

De rechtbank Den Haag heeft 1 december jl. uitspraak gedaan in een zaak die ik samen met mijn collega, Mark van Weeren, heb behandeld. De zaak ging over de vraag of bepaalde uitspraken gedaan door een politicus buiten het parlementaire debat (binnen het parlementaire debat wordt dit geregeld door de parlementaire onschendbaarheid volgens artikel 71 Grondwet) onrechtmatig waren en een schending van de eer en goede naam opleverde.

De rechtbank oordeelde niet alleen dat de gedane uitspraken voldoende feitelijke grondslag bevatten, maar ook dat bovendien de uitlatingen binnen de grenzen van de vrijheid van meningsuiting vielen.

Het ging in deze zaak over de uitspraak die Sigrid Kaag had gedaan in een uitzending van Nieuwsuur, waar het onderwerp dat die avond ter discussie stond bij Nieuwsuur was: “Wat te doen met relschoppers?” De uitspraak die Sigrid Kaag deed luidde als volgt: “Het lijkt wel een eeuwigheid geleden. Farmers Defence Force, die eerst hekken omrijden, journalisten bedreigen en dan wel door het kabinet ontvangen worden. Dat vind ik ondenkbaar (…)”. Sigrid Kaag deed deze uitspraak om een maatschappelijk probleem aan de kaak te stellen, waarover zij zei: “Het gaat om normering vanuit de politiek, woorden doen ertoe en je moet opkomen voor waarden.”

Meningsuiting en recht op eer en goede naam

Bij de botsing van de vrijheid van meningsuiting en het recht op bescherming van eer en goede naam, zoals in dit geval sprake is, gaat het over een botsing van twee hoogwaardige en in beginsel gelijkwaardige belangen, welke vervolgens moeten worden afgewogen aan de hand van alle relevante omstandigheden van het geval. Volgens Farmers Defence Force was de uitspraak een aantasting van haar eer en goede naam en daarom onrechtmatig.

De rechtbank ging hier niet in mee en constateert dat de uitspraak voldoende op feiten gebaseerd was. Zo zegt zij onder meer dat de protestbeweging Farmers Defence Force (mede)organisator was van de boerenprotesten waarbij met tractoren hekken zijn omgereden” en constateert zij dat journalisten zich inderdaad bedreigd voelde. Daar komt nog bij dat Farmers Defence Force de (mede)organisator van de protesten was en met stevige taal haar leden heeft opgeroepen om aan die protesten deel te nemen. Bovendien heeft Farmers Defence Force zich niet publiekelijk van de gedragingen van de achterban gedistantieerd.

Maatschappelijk debat politicus

Buiten de constateringen dat de uitspraken feitelijk juist waren hecht de rechtbank waarde aan een ander zeer belangrijk aspect, namelijk de bevestiging van het feit dat het van essentieel belang is dat een politicus ook buiten het parlementaire debat een vergaande mate van vrijheid heeft wanneer het gaat om het aan de kaak stellen van maatschappelijke misstanden en wanneer het gaat om het voeren van het maatschappelijke debat. De door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens uiteengezette lijn, dat de vrijheid van meningsuiting extra gewicht toekomt als het gaat om bijdragen aan het debat over politieke en maatschappelijke kwesties, is in onderhavige zaak door de rechtbank Den Haag bevestigd.

De gehele uitspraak is hier te lezen.