4 april 2012

Gemeente mag vergunning en ontheffing zendmast niet weigeren

Categorie: Bestuursrecht

Een buurman met een hobby kan soms voor ophef in de buurt zoeken. Wat kan de omwonende doen die last heeft van zendmast van de buurman? De advocaat bestuursrecht kan beoordelen wat uw kansen bij bezwaar of beroep tegen het besluit van de gemeente.

Een zendamateur met zendlicentie moet een antennemast kunnen plaatsen vond de gemeente. De gemeente mag die vergunning niet weigeren. De advocaat van de zendamateur tekende met succes beroep aan tegen de weigering van de aangevraagde vergunning.
Het recht van een zendamateur volgt uit het recht op vrijheid van meningsuiting als omschreven in artikel 10 van Het EVRM (Europees Verdrag Rechten van de Mens). Het college van B & W moest derhalve een lichte bouwvergunning verstrekken en vrijstelling (ontheffing) van de planvoorschriften verlenen.

Vrijheid van meningsuiting zendamateur

De rechter stelt dat “Dit recht omvat de vrijheid een mening te koesteren en de vrijheid om inlichtingen of denkbeelden te ontvangen of te verstrekken, zonder inmenging van enig openbaar gezag en ongeacht grenzen. Op grond van artikel 10, tweede lid, van het EVRM kan, nu de uitoefening van deze vrijheden plichten en verantwoordelijkheden met zich brengt, zij worden onderworpen aan bepaalde formaliteiten, voorwaarden, beperkingen of sancties, die bij de wet zijn voorzien en die in een democratische samenleving noodzakelijk zijn in het belang van de nationale veiligheid, territoriale integriteit of openbare veiligheid, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden, de bescherming van de goede naam of de rechten van anderen, om de verspreiding van vertrouwelijke mededelingen te voorkomen of om het gezag en de onpartijdigheid van de rechterlijke macht te waarborgen.”

Grondrechten EVRM en belang van de buren

Hoeveel moeten de buren dan aan overlast dulden bij de uitoefening van dit recht op vrijheid van meningsuiting?
Raad van State: ”Een inmenging in het recht als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van het EVRM dient, wil deze gerechtvaardigd zijn, ingevolge het tweede lid van deze verdragsbepaling bij de wet te zijn voorzien en noodzakelijk te zijn in een democratische samenleving in het belang van één van de in dat tweede lid neergelegde doelen. Eén van die doelen is de bescherming van de rechten van anderen. Bij de beoordeling van de genoemde noodzaak is voorts van belang of de mate van inmenging evenredig is aan het daarmee gediende doel. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 14 juli 2010 in zaak nr. 200906181/1/H1), dient bij de beantwoording van de vraag of een bouwwerk onevenredig bezwarend is voor omwonenden en derhalve afbreuk doet aan de rechten van anderen, aandacht te worden geschonken aan onder meer de vormgeving van het bouwwerk en de aard van zijn omgeving.”

Vergunning antennemast zendamateur door rechter bevestigd

De buurman heeft zendlicentie en heeft recht om inlichtingen of denkbeelden te ontvangen via zijn antennemast (uitschuifbaar van 7 – 12,5 meter).

De Raad van State heeft in hoger beroep de uitspraak bekrachtigd: “De rechtbank is derhalve terecht tot de conclusie gekomen dat de noodzaak en evenredigheid van de beperking van de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid om inlichtingen of denkbeelden te ontvangen of te verstrekken in dit geval onvoldoende aannemelijk is gemaakt en heeft terecht geoordeeld dat het college gehouden was de lichte bouwvergunning te verlenen”

Het college van B& W moest derhalve een lichte bouwvergunning verstrekken en vrijstelling (ontheffing) van de planvoorschriften verlenen.
Uitspraak: 201105694/1/A4 Raad van State d.d. 28 maart 2012.