Kan in redelijkheid nog een beroep gedaan worden op het voorbehoud goedkeuring gemeenteraad als er zo lang is onderhandeld?
De samenwerkingsovereenkomst in deze zaak die voor de Hoge raad kwam, tussen projectontwikkelaar en gemeente, wordt afgesloten onder de nadrukkelijke opschortende voorwaarde dat de gemeenteraad in principe instemt met de komst van het Project. De samenwerkingsovereenkomst is de basis voor de op te stellen exploitatie-overeenkomst, die tegelijk gesloten wordt met de vaststelling van de definitieve wijziging van het bestemmingsplan door de gemeenteraad. De samenwerkingsovereenkomst is in goed overleg met de huisadvocaat opgesteld en bevat voldoende zekerheden om met vertrouwen de verdere ontwikkeling ter hand te nemen.
Voorbehoud onderdeel onderhandelingen gemeente
De gemeente heeft in de concept-overeenkomst met de projectontwikkelaar de bepaling opgenomen dat uitponding niet is toegestaan. Voor exploitant is deze bepaling niet acceptabel. De overeenkomst wordt op dat punt gewijzigd. In de volgende concepten en de definitieve tekst van de realisatieovereenkomst is een gewijzigd artikel 9.1 opgenomen en komt daarin het uitpondingsverbod niet meer voor. En later speelt die uitponding dus weer een rol als de gemeenteraad om die reden het instemmingsvoorbehoud inroept.
Goedkeuring overeenkomst gemeenteraad
In het algemeen geldt dat de zelfstandige beslissingsvrijheid van de gemeenteraad brengt mee dat een wederpartij niet erop mag vertrouwen dat handelingen van het college de instemming van de raad hebben indien dat vertrouwen niet mede wordt ontleend aan toedoen van de raad zelf. Belangrijk is de bevoegdheidsverdeling tussen het college van B&W en de gemeenteraad. De raad heeft een autonome positie, en grote terughoudendheid moet worden betracht bij het aannemen van gebondenheid van een gemeente aan en exploitatieovereenkomst zonder instemming van de raad in gevallen waar de raad een formele positie in het besluitvormingsproces inneemt.
Omdat voorbehoud goedkeuring is vervuld is de gemeente gebonden aan exploitatieovereenkomst
De realisatieovereenkomst diende ingevolge de samenwerkingsovereenkomst door de gemeenteraad te worden goedgekeurd. Op deze bepaling, zowel wanneer die een opschortende voorwaarde bevat als wanneer die een ontbindende voorwaarde inhoudt, is art. 6:23 BW van toepassing. Op basis van de feiten en omstandigheden overweegt het hof dat Landgoed geen rekening ermee hoefde te houden dat de Raad op het allerlaatste moment met betrekking tot het onderwerp uitponding aanvullende voorwaarden zou stellen. Het gerechtshof bepaalt dat de realisatieovereenkomst conform het door Landgoed reeds ondertekende exemplaar tussen partijen geldt en dat de Gemeente aansprakelijk is voor de door Landgoed geleden schade ten gevolge van de niet-nakoming daarvan. Voor de vaststelling van die schade heeft het hof partijen verwezen naar de schadestaatprocedure. De Hoge raad geeft de uitspraak bekrachtigd.