10 februari 2024

Nieuwe regelgeving voor monumenten per 1 januari 2024

Categorie: Monumentenrecht, Omgevingswet, Omgevinsgplan

Voor monumenten verandert er vooralsnog niet veel qua regelgeving na invoering van de Omgevingswet per 1 januari 2024. Er wordt vooral geschoven met bestaande regelgeving naar nieuwe kaders. Alle bestaande bestemmingsplannen en verordeningen, waaronder de erfgoedverordening of monumentenverordening, gaan op in het gemeentelijke omgevingsplan, zonder dat direct sprake is van inhoudelijke wijzigingen. Een korte verkenning van de nieuwe indeling van regelgeving per 1 januari 2024.

Uitgangspunten voor monument bij invoering Omgevingswet

Voor de instandhouding van erfgoedwaarden, waaronder monumenten, biedt de Omgevingswet het nieuwe kader: behoud van erfgoed door het erfgoed een positie geven in de belangenafwegingen door Rijk, provincies en gemeenten met betrekking tot de fysieke leefomgeving behoort tot de belangen en doelen van deze wet. De wet sluit daarmee aan bij EU-verplichtingen en andere internationale verdragsverplichtingen. De regels voor de fysieke leefomgeving in de Omgevingswet maakt het beter mogelijk om erfgoed tijdig mee te nemen in visie- en planvorming en de uitvoering. Diverse partijen wijzen op het belang van deze integrale benadering, waaronder de FIM en Heemschut. Ook is er in de Omgevingswet een specifieke zorgplicht opgenomen op het voorkomen van het beschadigen of vernielen van een (voorbeschermd) monument en Werelderfgoed.

Nationale Omgevingsvisie (NOVI) wordt Nota Ruimte

In de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) formuleert het kabinet de richting voor grote opgaven waardoor Nederland de komende dertig jaar verandert. Het erfgoed waaronder de cultuurlandschappen vormen in de NOVI één van de nationale belangen. De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening werkt nu aan de Nota Ruimte als opvolger van de NOVI. Om het vertalen van de doelen uit de NOVI naar provinciale en gemeentelijke visies en plannen te ondersteunen worden al een aantal jaar zogenaamde gebiedsbiografieën financieel mogelijk gemaakt. Dit zijn beschrijvingen van de historische karakteristieken van een gebied die gebruikt kunnen worden bij het beantwoorden van de vraag hoe erfgoedwaarden het beste behouden en versterkt kunnen worden. Meer informatie is ook te vinden in de handreiking Transformeren met cultureel erfgoed.

Veel bestaande regelgeving is onderdeel geworden van het omgevingsplan

Bestaande gemeentelijke verordeningen op het gebied van de fysieke leefomgeving blijven gelden in de overgangsperiode (tot 2032). Zo ook de erfgoedverordening of monumentenverordening die de meeste gemeente hebben, met daarin regel voor gemeentelijke, provinciale en rijksmonumenten in de gemeente. De regels uit die verordening moeten uiteindelijk naar het omgevingsplan als ze gaan over activiteiten die de fysieke leefomgeving wijzigen.  Gemeenten mogen tot het einde van de overgangsfase omgevingsplan tot eind 2031 gemeentelijke monumenten aanwijzen op basis de erfgoedverordening.
Door  overgangsrecht van de Omgevingswet zijn veel verordeningen automatisch onderdeel worden van het tijdelijk gedeelte van het omgevingsplan. Tot 2032 kan de gemeente nog bestaande verordeningen wijzigen of zelfs een nieuwe verordening op het gebied van de fysieke leefomgeving opstellen. Maar waarschijnlijk zal een wijziging van het omgevingsplan meer voor de hand liggen. In deze VNG brief vindt je een toelichting over de erfgoedverordening per 1 januari 2024.

Gemeente moet specifieke thema’s voor monumenten in het omgevingsplan regelen

In het Besluit Kwaliteit leefomgeving (Bkl) staan instructieregels van het rijk waar de gemeente rekening mee moet houden. Daarmee kan de gemeente bescherming van monumenten regelen in het Omgevingsplan. Deze instructie aan de gemeente gaan over het volgende:

  • aantasting van karakteristieke stads- en dorpsgezichten en cultuurlandschappen
  • ontsiering, beschadiging of sloop van beschermde monumenten of archeologische monumenten
  • verplaatsing van beschermde monumenten
  • gebruik van monumenten ter voorkoming van leegstand
  • aantasting van de omgeving van een beschermd monument
  • conserveren en in stand houden van archeologische monumenten

In het Omgevingsplan moet ook een vergunningstelsel opgenomen worden. Het is verboden om zonder omgevingsvergunning een gemeentelijk of provinciaal monument te slopen, te verstoren, te wijzigen of het zo te herstellen of zo te gebruiken dat het in gevaar wordt gebracht.

Nieuw: bescherming van de omgeving van beschermde monumenten

De omgeving van een monument kan van invloed zijn op de instandhouding of het functioneren van een beschermd monument. In het omgevingsplan moet de gemeente aantasting van de omgeving van in het omgevingsplan beschermde monumenten voorkomen ter bescherming van die monumenten. Dat is een nieuwe regeling. Dus bijvoorbeeld een lelijk bouwwerk vlak naast een monument vergunnen kan en issue worden. Het monument zou daarmee ontsiert kunnen worden. Deze nieuwregeling volgt uit  artikel 7 van het verdrag van Granada. Daarin is bepaald dat  maatregelen nodig zijn om de kwaliteit van de openbare ruimte rond beschermde monumenten en in beschermde stads- en dorpsgezichten en beschermde cultuurlandschappen te verbeteren.

Het gespecialiseerde team vastgoed & bestuursrecht van Blenheim adviseert u graag.