30 oktober 2022

Zorgplicht jegens minderheidsaandeelhouder geschonden door besluit tot aandelenemissie?

Categorie: Fusies en overnames, Ondernemingsrecht

In een procedure bij de Rechtbank Amsterdam stond de rechter voor de vraag of door een meerderheidsaandeelhouder zorgvuldig was omgesprongen met de belangen van een minderheidsaandeelhouder. Volgens de minderheidsaandeelhouder maakten de onzorgvuldige emissie, de schending van de aandeelhoudersovereenkomst en het schenden van de zorgplicht van de minderheidsaandeelhouder, het besluit vernietigbaar. Advocaat ondernemingsrecht Dirk de Waard legt uit.

BAVA-besluit tot aandelenuitgifte

Eiseres had een minderheidsbelang in een vennootschap. In de shareholders’ agreement (SHA) was hierover bepaald dat financiering van de vennootschap indien mogelijk met vreemd vermogen zou worden gefinancierd. Bovendien was in de aandeelhoudersovereenkomst bepaald dat uitgifte van aandelen slechts mogelijk was indien:

  1. dit redelijkerwijs noodzakelijk was voor de onderneming van de vennootschap, gegeven de solvabiliteit- en liquiditeitspositie van de Vennootschap;
  2. de stortingen volledig aan de Vennootschap ter beschikking werden gesteld; en
  3. aanvullende financiering door de aandeelhouders of externe financiering op commerciële gronden niet mogelijk of wenselijk was.

Uiteindelijk werd alsnog een buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders (BAVA) besloten tot aandelenuitgifte, waarbij meerderheid van de aandeelhouders vóór het besluit stemde. Door deze meerderheid werd het besluit gelijk genomen. Het belang van de minderheidsaandeelhouder kwam als gevolg van dit besluit te verwateren, waardoor de minderheidsaandeelhouder meende dat zorgplichten waren geschonden.

Stelling minderheidsaandeelhouder: AVA-besluit is vernietigbaar wegens strijd met redelijkheid en billijkheid

Eiseres verweerde zich tegen het aandeelhoudersbesluit strekkende tot emissie van aandelen door een beroep te doen op artikel 2:15, eerste lid onder b BW wegens strijd met de redelijkheid en billijkheid die door artikel 2:8 BW in aanmerking moeten worden genomen.

Volgens de minderheidsaandeelhouder was de wijze waarop de met haar belangen als minderheidsaandeelhouder was omgesprongen onzorgvuldig en leverde het besluit met de daarmee gepaard gaande buitensporige verwatering van haar belang in vennootschap een ernstige schending van de SHA op. De onzorgvuldige emissie, de schending van de SHA en de omstandigheid dat de emissie alleen was gericht op het verwateren van haar belang maakten het besluit vernietigbaar aldus de minderheidsaandeelhouder.

De zorgplicht van de meerderheidsaandeelhouder jegens minderheidsaandeelhouder(s) 

In het algemeen geldt dat een meerderheidsaandeelhouder een zekere zorgplicht in acht dient te nemen ten aanzien van de minderheidsaandeelhouder. Dit volgt uit artikel 2:8 BW. Een rechtspersoon en alle betrokken organen dienen zich namelijk redelijk en billijk te gedragen. Strijdigheid daarvan wordt pas aangenomen als het besluit bij afweging van alle bij het besluit betrokken belangen redelijkerwijs niet tot stand had kunnen komen.

Rechtbank: geen sprake van meerderheids- en minderheidsaandeelhouders ten tijde van de voorgenomen emissie

In de onderhavige zaak nam de rechtbank als uitgangspunt dan ten tijde van de voorgenomen emissie, geen van de aandeelhouders een meerderheidspositie had. De structuur voorafgaand aan de emissie was immers zo dat voor elk gewoon (aandeelhouders)besluit minimaal drie van de vijf aandeelhouders voor dienden te zijn, wat maakte dat voor besluitvorming overleg tussen de aandeelhouders diende plaats te vinden. Daarbij gold verder dat iedere aandeelhouder dezelfde informatie had ontvangen en in dezelfde positie verkeerde.

De rechtbank kwam uiteindelijk tot de slotsom dat het emissiebesluit, niet in strijd kon worden geacht met de redelijkheid en billijkheid die door artikel 2:8 BW worden geëist en daarmee niet vernietigbaar was in de zin van artikel 2:15, eerste lid onder b BW. Het betrof immers een zorgvuldig en vennootschappelijk besluit, waarbij de minimale vereisten in acht werden genomen. De vordering tot vernietiging van het besluit en de andere vorderingen die daarmee samenhingen werden afgewezen. De stelling dat de zorgplicht van de minderheidsaandeelhouder niet in acht was genomen werd daarom onhoudbaar.

Minderheidsaandeelhouder in het nauw? Blenheim ondersteunt u.

Dreigt uw aandelenbelang te verwateren of worden bepalingen uit de aandeelhoudersovereenkomst door uw medeaandeelhouder(s) met voeten getreden? De ervaren specialisten van Blenheim staan voor u klaar. Vrijwel dagelijks begeleiden wij zowel kopers als verkopers bij overnamegeschillen. Blenheim assisteert cliënten bij het voorkomen en voeren van procedures bij aandeelhoudersgeschillen, zowel bij de gewone rechter als in arbitrageprocedures. Heeft u vragen of behoefte aan een vrijblijvend advies, neem dan contact op. Wij helpen u graag